Ronde 1 had ik wit tegen Casper Kruijf.
In de opening liep ik in een huisvariantje waarna ik twijfelachtig stond maar wel actief. Net toen ik met een fraai dameoffer de partij wilde beslissen gaf mijn tegenstander een paard weg.
Ronde 2 had ik zwart tegen v.d. Doel. De partij kan de boeken in als Lc4 altijd goed.
v.d. Doel begint altijd rustig dus dat is wel prettig. Hij speelde in de opening na e4 al vlug voor de eerste keer Lc4. Na een aantal tussenzetjes wist ik dat witte kreng te verjagen naar b3. Tot mijn verrassing volgde er enkele zetten later weer Lb3-c4. Mijn eerste ingeving was a6 maar besloot toch verder te gaan met ontwikkelen. Na Pb5 volgde er Txb5 en Lc4xb5, Db6 en weer Lc4. Helaas bleek ik in de rest van de partij net niet voldoende compensatie te hebben. Wel lukte mij het nog met d5 de loper op c4 weg te halen maar na zijn c4 xc4 Lxc4 kwam dat kreng weer op c4 te staan en besliste de partij door de zware druk op f7. Niks anders reste me meer als fraai mat te worden gezet.
Ronde 3: Wit tegen JJJ.
Door weer een huisvariantje belande ik in een situatie dat ik al vroeg een stuk moest offeren tegen 2 pionnen. De stelling was verschikkelijk. Een slechte loper een verdwaalde dame, inactieve torens en alle pionnen nog ongeveer in de beginstelling. Dankzij heel veel kleine zetjes kwam ik steeds beter te staan en kwam zelfs in een eindspel van toren en 4 pionnen tegen toren, paard en pion voor JJJ. Helaas werd de spanning mij na zo'n 100 zetten te veel en moest toch berusten in remise.
Ronde 4: Zwart tegen Tijmen.
Tijmen had door goed spel mij van het Veens snelschaakkampioenschap afgehouden. (winst in barrage)
Dus de messen waren geslepen. Een loperoffer om zijn koning open te breken en twee ijzersterke paarden zorgde voor een prettige stelling en een tijdsvoorsprong van 16min om 3min. In de complexe stelling overzag Tijmen een truukje en verloor.
Ronde 5. Wit tegen Jaap Vogel.
Voor de verandering kwam ik deze keer erg prettig uit de opening. In een drukstelling wist ik met een torenoffer paard en loper te winnen en de koning op te jagen. Bijzonder tevreden was ik over de stille winnende zet Dh3. Het alternatief was Dxh7 schaak maar slaan met schaak is altijd slecht.
Na een aantal goede onwikkelingszetten gaf Jaap Vogel zelfs vroegtijdig op dankzij de vele dreigingen.
Ronde 6. Zwart tegen Robin van Kampen.
Deze jonge schaakgod en toekomstig oprichter van de partij voor de schaakklokken was mijn 6de tegenstander.
Lang volgden we mijn partij tegen v.d.Doel. Verschil was dat ik nu wel Lc4 uit de stelling wist te houden. In het middenspel kwam ik met een speculatief pionoffer voor activiteit. Door dit pionoffer werd zo'n 10 zetten later een fraaie combinatie op f3 mogelijk. Door deze combi won ik een kwal, mijn geofferde pion en extra druk op de koning. Uiteindelijk besliste ik de partij met een Dame offer matcombinatie.
Ronde 7. Zwart tegen Jan Timman.
Niet goed gespeeld zeer terecht verloren zonder echt tegenspel en ook hier weer fraai matgezet.